Alles over hartslagZelfs als u geen atleet bent, kan kennis over uw hartslag u helpen uw fitnessniveau in de gaten te houden – en het kan u zelfs helpen gezondheidsproblemen te herkennen. Uw hartslag, of polsslag, is het aantal keren dat uw hart per minuut slaat. De normale hartslag varieert van persoon tot persoon. Als u uw hartslag kent, kan dit een belangrijke graadmeter voor uw hartgezondheid zijn. Naarmate u ouder wordt, kunnen veranderingen in de snelheid en regelmaat van uw polsslag een teken zijn van een hartaandoening of een andere aandoening die moet worden aangepakt. Waar is het en wat is een normale hartslag?De beste plaatsen om uw polsslag te vinden zijn de: Uw hartslag in rust is het hart dat de laagste hoeveelheid bloed rondpompt die u nodig hebt omdat u niet aan het sporten bent. Als u zit of ligt en u bent kalm, ontspannen en niet ziek, heeft u een lage hartslag en ligt het normaal gesproken tussen 60 (slagen per minuut) en 100 (slagen per minuut). Maar een hartslag van minder dan 60 hoeft niet op een medisch probleem te wijzen. Het kan het gevolg zijn van het gebruik van een geneesmiddel zoals een bètablokker. Een lagere hartslag komt ook vaak voor bij mensen die veel bewegen of erg sportief zijn. Actieve mensen hebben vaak een lagere hartslag in rust (tot 40) omdat hun hartspier in betere conditie is en niet zo hard hoeft te werken om een regelmatige hartslag te behouden. Een lage of matige mate van lichamelijke activiteit verandert de hartslag in rust meestal niet veel. Hoe andere factoren de hartslag beïnvloedenLuchttemperatuur: Als de temperatuur (en de vochtigheid) stijgt, pompt het hart iets meer bloed en kan de polsslag toenemen, maar meestal niet meer dan vijf tot tien slagen per minuut. Wanneer moet u uw arts bellen?Als u een bètablokker gebruikt om uw hartslag te verlagen (en uw bloeddruk te verlagen) of om een abnormaal ritme (aritmie) onder controle te houden, kan uw arts u vragen uw hartslag middels een hartslagmeter volgen, bewaken en registreren. Door uw hartslag in de gaten te houden, kan uw arts bepalen of de dosering moet worden gewijzigd of dat moet worden overgestapt op een ander medicijn. Als uw polsslag erg laag is of als u vaak onverklaarbare snelle hartslagaanvallen hebt, vooral als u zich daardoor zwak of duizelig voelt of flauwvalt, moet u dit aan uw arts vertellen. Uw polsslag is een hulpmiddel om een beeld van uw gezondheid te krijgen. |